dinsdag 24 april 2018

f)dieren natuurlijk



f)Dieren natuurlijk

 

Roodborstje noem je
Veel meer dan met je naam.
Duik je al eens op.
Op een uitgekozen moment.
Op een tafeltje in herfstzon.
Maar elders ook, altijd onverwacht.
Lijkt wel of je blijft staan of hangen.
Om dialoog aan te gaan.
Die korte momenten tussen ons.
Even geluk in mij met jou vangen.
En vrijer kan dan niet.
Je staart en je staartje.
Oogjes en pikkebekkje zo fijn.
Met al je opgepoetste kleuren.
Ben je aanmoedigend nieuwsgierig zijn.
Je lijkt wel een postbode uit de hemel.
Spaarzaam met ook jouw unieke lied.
Ons aan domheid van onrust herinnert.
Ons met je danspasjes op een andere voet zet.
Voor je weer je hoofdje draait.
Om je volgende luchtduik uit te meten.     

           DE VLIEG EN DE SPIN

Ze vloog door de open zomerdeur

Haar noodlot tegemoet

Hij spon zijn web met geduld

Wachtend op haar zo zoet

Ze zocht binnen wat ze buiten zo makkelijk vond

Bromde wat door de kamer…dagenlang rond

Hij zat soms uren roerloos te wachten

Van ’s avonds tot ’s morgens ten achten

Ze verlangde zo terug naar buiten

Maar werd zo moe van haar gevecht met de ruiten

Hij wist het, men ontbijt is levensmoe

En komt wel na haar laatse salto naar me toe

Ze kon niet meer en liet zich vallen

Zo maar tegen belletjes van het web aanknallen

Hij repte zich naar zijn vangst

Een spartelend, levend brokje angst

Ze werd door hem van haar vochten leeggezogen

En zo kwam het dat ze sindsdien…

Nooit meer heeft gevlogen



De dromende kikker

Een kikker tussen het riet

Geniet de ganse dag

Vermag wat wij niet kunnen

Spioneren heelder uren

Glurend naar alles wat beweegt

Leegt het luchtruim al tongend

Sprong hij daareven toch niet juist weg ?

Met het overvliegen van de specht



            De hommelende bijen

Neurien hun hemels lied

In het zomers licht waar ik van geniet

Tonen mekaar de weg

Naar het stuifmeel achter het heg

Dansen tot de wolken nieuwe regen aankondigen

Tegen de natuur in zie je hen niet zondigen                                                  

Ze verkondigen om pun manier hun ware woord

En als je ze met rust laat worden zij ook niet gestoord

Alles zou kunnen zijn zoals het hoort

Leer maar luisteren naar hun woord



            De bosduiven

’s morgens hoog in een boom naast mekaar

kijken ze zomaar je kamer binnen

voorspellen ze me een dag om jaren later nog te beminnen ?

door het open venster zie je hun kopjes draaien

hun oogjes het mysterie van het leven in je zaaien

hebben ze in de buurt een nest gemaakt

en is het de aanwezigheid van de mens die hen zorgen baart ?

of zijn ze door onze geest gezonden

om het woord in beelden te verkonden ?



            TSJIRP

Tsjirp tsjirp tsjirp

Dacht je dat ik niet zag wie me die scheet toewierp ?

Verdomme musseschelm…voor jou kak heb ik geen helm.

Nu ben je in mijn ogen wel een hele franke vogel

Toch verdien je daarom geen kogel

Uit het geweer van buurman Andre

We zullen kalmeren , nettoyeren en drinken een kopje thee

Maar blijf voortaan met je kak van ons mensendak



            KAKELEN

Omdat ze ’t niet zo goed konden uitleggen

Besloten ze van eieren te leggen

Ze hadden ook wat graag een haan in de buurt gehad

Liefst eentje die ook hen dagelijks even bezat

Al kunnen ze vanuit de hoogte doen alsof ze er niet zijn

Hun eitjes zijn zo fijn

Als ze besluiten van te broeden

Wees dan maar op je hoede

Stoor je ze dan , dan  maken ze een hels kabaal

En vliegen ze wild weg uit hun nestportaal

Uit liefde voor ons gooien ze zich ten slotte ook nog in …

Een emmer heet water…maar da’s voor veel later                                           

Nu mogen ze nog jaren scharrelllen…

Terwijl we de mais in hun richting laten dwarrelllen



            HET EENDEOOG

Vandaag moet ik jullie toch iets heel biezonders vertellen

Een een haar ene oog ziet mij in ’t midden van ’t gras op een stoel

En met haar andere oog de open deur…en toch gaat ze niet op haar beksmoel

Wat gebeurdt er eigenlijk in dat hobbellige hoofdje van haar ?

Ze kijkt niet scheel en haalt de beelden niet door mekaar

Terwijl ze traag wandelt door het lange gras

Schudt ze haar kont…met veel ijver zoekt ze de vijver



de Stimp  :hij was-is een groot Kat



Hij wist als je iets voor hem had.
Hij was concentratie en reaktie, in volle vermogen.

De schrik van menig muis tijdens zijn bewind in ons huis.

Menig ongedierte tegen zijn onberekend snelle klauw-lamp gevlogen.

Ons huis is nu wat meer leeg,

sinds zijn hele houding, verstijfd zweeg.

We kwamen tuis en hij stond aan de deur,

niet zoals ne mens, maar altijd met gewoon goed kattenhumeur.

Dan ging hij vaak kronkelend liggen,

om ons tot knuffelen en vechten te bidden.

Mocht hij er soms niet in, dan speelde hij het slim.

En was hij eenmaal binnen,

verschool hij zich tot iedereen buiten was.

Stond je soms buiten tegen een boom te wateren,

kwam hij soms wat tegen je been kateren...

Stond je de vrieskou van je ruiten af te schrabb.en,

kwam hij wat in de aarde dabben.

Hij wou soms, net als wij, niet alleen buiten blijven;

dat was wellicht de hele filosofie achter zijn wrijven.

Hij had een lievelingsboom, daar kroop hij dan in,

een wip naar het dak en zo bij z'n adoptie-ouders binnen;

er was weinig tegen te beginnen, tegen deze bedorven kastaar...

maar was hem er nog maar.

Ik denk ook dat het met z'n dierlijk liefdesleven goed was gesteld,

dat hebben de enorme kreten onder m'n venster me enkele keren verteld.        

Dus voor je het weet, wandelen hier poesjes voorbij;

en denken we...daar is één van hem bij.

Misschien denkt hij dan ook van ergens tussen de sterren :

'goed dat'k de buurkat nog wat over de liefde kon vertellen...ze deed wel verschrikkelijk woest, maar de liefde is toch niet verroest'.

Misschien ging hij ooit de overbuurvrouw, Nieke, troosten;

zijn ze nu in den hemel ...op de aarde aan het toosten.

Hij was ook een vogelliefhebber, niet zoals ons honden;

die aan de achterkant van 't huis al eens een vogel dodelijk verwonden.

Gelukkig hebben honden en hij, mekaar nooit rechtstreeks ontmoet;

in het ontwijken van die onnodige confrontaties was de Stimp te goed.

Van als hij geboren werd, hield hij van het leven,

van hem kunnen veel mensen nog iets leren.

Nieuwsgierig naar elke beweging en elk geluid; als een kind;

nu is ZIJN LIED VOOR ONS uit...als een bloem die na een tijd 'verschwind'

Uit. Gedeeltelijk, want telkens we hem zullen herinneren,

zal er wel iets in de kattenwereld SPINNEREN;

Net nu hij weer lang in de zon kon gaan liggen;

heeft één of ander te gehaast mens hem liggen.

Het was geen zelfmoord, daarvoor had hij het te zeer naar z'n zin;

misschien verlangde hij in één verstrooid ogenblik ;

naar een hemelse gemalin.

Mischien vergat hij dat er hier beneden nog zoveel was te doen.

Niet alleen muizen pakken, met z'n fijne ZIJN en kunsten verblijden...zodat we al eens niet hoefden te lijden.

In hem zaten vitamienen voor ons, zoveel is zeker;

hij was evenveel waard dan een apotheker.

Nooit gestudeerd; even geleerd.

Wie zullen we nu strelen als we ons avondwandeling gaan doen ?

Wie gaan we nu onder z'n poten geven als ie iets niet mocht doen ?

We zullen z'n overlijdensdag gedenken, de dag onze verwarming het begaf

en ik 's nachts m'n chauffage vergat af te zetten...

Stimp, stoemmerik, gij die zo goed op jezelf kon letten !

Had je de tijd van de dood niet wat kunnen verzetten

Ik zie de peuter-Stimpy nog naar de chauffage-wekker loeren,

dat getik ? ...een muis die ik moet buitenbonjoeren ?

Toen hij de kamer nog niet uitmocht, voor hij de wereld buiten verkende,

heeft ie misschien teveel naar 't mensenjournaal gekeken;

en is daarom, z'n plicht verzakend, naar andere oorden uitgeweken ?              

hij was een groot kat, gaf z'n leven voor de mensheid;

en wij; we hebben hem gewoon niet meer in huis thuis al zullen de muizen spoedig dansen, er komen andere kansen

want ergens ligt er een kattin haar jongen te zogen...

zodat de stroom van het kattenleven niet uit gaat drogen.

Kattengedicht in winter

Weerom moord met vluchtsmisdrijf gisterennacht

's Morgens, de kuil was al gegraven

Februarikou, 't papier in vlammen

, verjoeg de vries, een laatste warmte

voor het versteven kattenlijk

De bevroren klonten aarde, wat fijngemaakt,

haar comfortabel te ontbinden gelegd

Met zon over de witte velden
Met ,toeval of niet, klokkengelui bij het dichtgegooide graf
Nooit meer haar klauwtjes scharrend in m'n pul

Telkens voor ze op 't bed sprong

Om de dag weg te rusten.

Nooit meer haar drie maal daags krabben aan mijn kamerdeur

Nooit meer gezeldschap voor de hond

Jij had het goed bij ons, je kon de hele dag binnen en buiten. Kom je weer als kat of heb je dat al gehad ?

Of neem je genoegen met lucht en licht en vocht en aarde te zijn ?

Nog trager en vlugger in gedachten en reflexen dan je al was ?

adieu Porto,getemde oerhond

achter alles, wat niet-hond was; stoof ze altijd aan,

voor een pak vogels en enkele katten en konijnen was' t dan plots gedaan

een 'knoep' in hun nek en ze waren van hun stek

is zo'n hond geprogrammeerd om aan andere soorten hun geboorteregeling te doen ?

ze nam de buit nooit als iets wat ze om te eten had vandoen

op een dag, te laat, beloofde ik haar een levensgezel

een jonk manneke, oh, wat werd ze weer snel

ze leefde tot 112 jaar en langer,

maar spijtig genoeg, 't was te laat om te worden 'zwanger'
haar geest zwerft nu over de prairies heen en geeft hints aan vossen over waardat het wild
zit...daarheen  



Reiger in Regen

op euraziatische plaat

geen zin in vis vandaag

kikkers nog op de maag

octo

          

Geen opmerkingen:

Een reactie posten